Ultrafijn poeder (ook bekend als ultrafijn poeder) verwijst meestal naar poeder met een deeltjesgrootte onder 1250 mesh (10 μm). Het is onderverdeeld in micronpoeder, submicronpoeder en nanopoeder. Wanneer vaste materie wordt vermalen tot micron- of zelfs nanometerschaal, zijn de fysieke en chemisch De eigenschappen zullen aanzienlijk veranderen. Dit maakt ultrafijn poeder een hot topic in wetenschappelijk onderzoek en industriële toepassingen. Ultrafijn poeder Speelt een sleutelrol in moderne industrieën. Het wordt breed toegepast in de elektronica, lichte industrie, chemie, defensie, traditionele geneeskunde, landbouw en voeding. Deze poeders stimuleren industriële en technologische vooruitgang. Nauwkeurige analyse van de karakterisering van ultrafijn poeder, zoals deeltjesgrootte, vorm, distributie en oppervlakte-eigenschappen, is essentieel. Dit heeft een directe invloed op de efficiëntie van R&D en procesoptimalisatie. Beheersing van methoden voor de karakterisering van ultrafijn poeder garandeert sterke technische ondersteuning voor zowel onderzoek als productie.
Belangrijkste karakteriseringsmethoden
Momenteel omvat de karakterisering van ultrafijn poeder onder meer deeltjesgrootte-analyse, bepaling van het specifieke oppervlak, karakterisering van de chemische samenstelling en fysieke structuur, en karakterisering van agglomeraten.
Dynamische analyse
Deeltjesgrootte verwijst naar de grootte van het materiaal na fijne dispersie. De belangrijkste methoden die gebruikt kunnen worden voor de analyse van de deeltjesgrootte van ultrafijn poeder zijn: laserdiffractieverstrooiingsmethode, sedimentatiemethode, weerstandsmethode en elektronenmicroscopie, evenals röntgendiffractielijnbreedtemethode.
Specifieke oppervlaktemeting
Bij de bereiding van fijn verdeelde materialen worden, naarmate de deeltjesgrootte steeds kleiner wordt, steeds meer deeltjesoppervlakken gevormd. Dit veroorzaakt een enorme verandering in oppervlakte-energie, en het concept van specifiek oppervlak wordt gebruikt om het deeltjesoppervlak te koppelen aan de deeltjesgrootte. Dat wil zeggen: volume specifiek oppervlak = totaal deeltjesoppervlak / totaal deeltjesvolume. Massa specifiek oppervlak = totaal deeltjesoppervlak / totale deeltjesmassa. In praktische toepassingen kan het specifieke oppervlak van poeders worden gemeten met behulp van adsorptie, immersiewarmte en permeatie. Welke methode wordt gebruikt, hangt af van de meetvereisten en -omstandigheden, zoals de gebruikte materialen en apparatuur.
Chemische samenstelling en karakterisering van de fysieke structuur
Klassieke chemische analysemethoden zijn nauwkeurig, maar worden beperkt door poedermaterialen met een goede chemische stabiliteit. Instrumentele analyse daarentegen biedt unieke voordelen. De voordelen van scanning elektronenmicroscopen zijn een grote scherptediepte, driedimensionale beelden en een hoge vergroting. Bovendien is de monstervoorbereiding eenvoudig en is de elektronische schade aan het monster gering. De oppervlaktesamenstelling van het monster kan direct worden gedetecteerd en de chemische samenstelling van het micro-oppervlak kan worden geanalyseerd. Röntgendiffractie (polykristallijne diffractie) ondersteunt faseanalyse. Het lost de beperkingen van chemische en atomaire spectroscopiemethoden op. Deze traditionele methoden detecteren elementen, maar niet hun fasen. Röntgendiffractie onthult de daadwerkelijk aanwezige fasen in het monster.
Agglomeraatkarakterisering
De eigenschappen van agglomeraten kunnen worden onderverdeeld in de grootte, vorm, verdeling en samenstelling van agglomeraten. De porositeit, poriegrootte en verdeling van agglomeraten. De dichtheid, interne microstructuur en sterkte van agglomeraten. De bindingseigenschappen tussen primaire deeltjes binnen agglomeraten, enz. De meest gebruikte methoden voor agglomeraatkarakterisering zijn traditionele microstructuurobservatie, embryodichtheid-drukmethode en kwikintrusiemethode, enz. Daarnaast zijn er ook opkomende technologieën zoals de laagveld-kernmagnetische resonantiemethode.
Conclusie
De kenmerken van ultrafijne poeders bepalen grotendeels hun prestaties in diverse vakgebieden. Daarom is een nauwkeurige karakterisering van deeltjesgrootte, specifiek oppervlak, chemische samenstelling, fysieke structuur en agglomeratietoestand essentieel. Verschillende methoden hebben hun eigen voor- en nadelen. Het kiezen van de juiste karakteriseringsmethode vereist een uitgebreide afweging van de eigenschappen van het poeder, de toepassingsvereisten en de testomstandigheden. In de toekomst, met de vooruitgang van wetenschap en technologie, zullen de nauwkeurigheid, snelheid en automatisering van karakteriseringsmethoden blijven verbeteren. Dit zal zorgen voor betrouwbaardere technische ondersteuning voor het onderzoek naar en de toepassing van ultrafijne poeders. Het zal ook de ontwikkeling en innovatie van aanverwante industrieën verder bevorderen.